Bekijk het filmpje voor uitleg over de kwaliteitscriteria in KIT2.0

Met KIT2.0 analyseer je de kwaliteit van je toetsprogramma aan de hand van een aantal kwaliteitscriteria. KIT2.0 is nadrukkelijk niet bedoeld als checklist, maar als een werkwijze om met elkaar het gesprek aan te gaan over kwaliteit en wat je als team daarin belangrijk vindt. Daarom zie je in KIT2.0 open vragen, met daarbij voorbeelden om jullie discussie te ondersteunen. Er is ook niet één waarheid als het gaat om kwaliteit: als opleiding maak je keuzes en het gaat erom die keuzes te kunnen verantwoorden.

Kwaliteitscriteria KIT2.0

Fitness for purpose

Fitness for purpose is letterlijk “past het toetsprogramma bij de doelen die wilt bereiken”? Het gaat bij fitness for purpose over het beroep waartoe je opleidt, de visie op leren en toetsen en wat de opleiding daarin belangrijk vindt. Straalt het toetsprogramma die boodschap ook uit?

Validiteit

Validiteit betekent “meet je wat je wilt meten”. In KIT2.0 kijk je hiernaar voor het toetsprogramma als geheel. Zijn de toetsvormen – allemaal bij elkaar – een goede afspiegeling van de eindkwalificaties? Hoe komt de opbouw in complexiteit terug, en het eindniveau?

Leerfunctie

De inrichting van het toetsprogramma heeft ook invloed op het leren van studenten. Bij de leerfunctie van het gehele toetsprogramma kijk je naar de planning van alle toetsen. Je gaat ook in op feedback-feedforward en of studenten een lange termijn leerproces kunnen doorlopen richting de eindkwalificaties.

Beslisfunctie

Bij de beslisfunctie gaat het om de momenten in het toetsprogramma waar je een beslissing neemt over studenten. Bijvoorbeeld over het wel/niet toekennen van ECs. Welke maatregelen nemen jullie om ervoor te zorgen dat hier betrouwbare of robuuste beslissingen worden genomen?

Condities

Bij condities gaat het om de voorwaardelijkheden. Zijn de beoordelaars bekwaam en is het toetsprogramma opgeruimd en uitvoerbaar?